Bruce Springsteen in Landgraaf weer in topvorm, alleen ‘Hollandse ziekte’ smet op mooie avond
LANDGRAAF - Na 2009 en 2012 was Bruce Springsteen zondagavond voor de derde keer in Landgraaf. The Boss blijkt op zijn 73ste nog niets aan energie te hebben ingeboet en trakteert Limburg op een ijzersterk en bij vlagen ook gevoelig optreden. Enige dissonant: het vele geklets, met name aan de zijkanten van de festivalweide.
Als stipt om half 8 drummer Max Weinberg op zijn drumstel tikt en zo het startsein geeft voor de openingsknaller No Surrender verdwijnt gelijk het chagrijn bij een groot deel van de zestigduizend fans. Chagrijn vanwege de hitte, de onduidelijke route naar de muntjesverkoop en vervolgens de ellenlange rijen om met die muntjes iets te drinken te kunnen kopen.
Maar geen artiest op aarde weet mineurstemming zo snel om te draaien als The Boss, en als die roept ‘Hello Limburg!’ dan is Landgraaf om en telt vanaf dat moment alleen zijn woord. Mannen van middelbare leeftijd lopen rond in een T-shirt met als opschrift ‘The only boss I listen to’ (de enige baas waar ik naar luister) en dat credo geldt voor velen. Alles wat Bruce zingt is het ware evangelie en hij brengt het als 73-jarige nog met dezelfde geestdrift als 39 jaar geleden toen No Surrender verscheen op het album Born in the USA.
Tekst gaat verder onder de foto.
Geen greatest hits act
Als een trein dendert hij met zijn E Street Band het eerste half uur door met Ghosts, Prove it all night, Letter to you (dat zelfs op de grote schermen ietwat potsierlijk Nederlands wordt ondertiteld) The promised land, Out in the street en Candy’s Room. Springsteen laat Landgraaf pas weer wat op adem komen bij een opvallend lange versie van Kitty’s back waarin hij zich van zijn meest jazzy kant laat zien. Getuige de lange rijen die (weer) ontstaan bij de bars, niet ieders favoriet, maar het pleit wel voor Springsteen dat hij met zijn setlist nooit voor de makkelijke weg kiest. Die is iedere tour op grote delen anders omdat Springsteen weigert een soort ‘greatest hits’ act te worden. Dus laat hij deze tour krakers als I’m on fire, Hungry heart en zelfs The river doodleuk in de ijskast liggen, maar staat er wel een cover van The Commodores op de speellijst. En al vinden velen een soulnummer als Nightshift niet echt bij de rocker Springsteen passen, in deze zomerse setting past het juist wonderwel.
Tekst gaat verder onder de foto.
Na zijn val op het podium twee weken terug in de Amsterdam ArenA was er de angst dat Springsteen in Landgraaf zich wellicht zou inhouden, maar uit niets blijkt broosheid. Niet in zijn enthousiaste een/tweetjes met Little Steven (‘Come on Steve!’) en ook niet in zijn interactie met het publiek. Ondanks de verzengende hitte is hij net zo scherp als in 2009 en 2012 toen hij ook met zijn E Street Band in Landgraaf stond, toen nog als onderdeel van Pinkpop.
Waar hij in 2012 vooral tegen de toen wereldwijde economische crisis ageerde, blikt hij deze tour meer terug op zijn leven en vrienden die hem zijn ontvallen. In de aanloop naar het prachtige Last man standing vertelt Springsteen over zijn overleden vriend George Theiss, met wie hij ooit samen in zijn eerste band speelde en koppelt hij aan die herinnering de oproep op om toch vooral het leven te koesteren en iedere dag er alles uit te halen. Het is een boodschap die je vaker iemand hoort uitspreken en die zelfs wat cliché lijkt, maar Springsteen brengt hem met zoveel oprechtheid dat je er meteen in gelooft.
Hollandse ziekte
Het is alleen jammer dat zijn boodschap lang niet iedereen op de festivalweide bereikt, en dat komt niet alleen door het geluid dat hoe verder je naar achteren staat (veel) minder wordt. Nee, het komt vooral door een ziekte die Nederland Muziekland al een tijdje teistert, en die buitenlanders zelfs ‘The Dutch Disease’ noemen (de Hollandse ziekte). Het virus steekt ook in Landgraaf hardnekkig de kop op: de neiging om een concert te zien als een soort van staande borrel waarbij je lekker bijpraat met vrienden en waarbij de artiest fungeert als achtergrond muziek.
De fans recht voor het podium zullen er geen last van hebben gehad, maar aan de zijkanten van het veld was het borrelpraat wat de klok sloeg. Terwijl The Boss spreekt over het verdriet om een verloren jeugdvriend, gaat het aan de zijkant bij een vriendengroep over de winst van FC Twente op Sparta en de onduidelijke gebruiksaanwijzing van een nieuw type airfryer. Als iemand die wél geïnteresseerd is in het verhaal van Springsteen vraagt of het wat zachter kan, krijgt die als antwoord: ‘Iedereen beleeft zo’n concert toch op zijn eigen manier?’ Dat je ‘met die eigen manier van beleven’ de belevenis van velen die wél voor de muziek komen vergalt, is iets wat er in deze tijd van doorgeschoten individualisme moeilijk ingaat. Waarom betaal je in hemelsnaam meer dan honderd euro voor een ticket, als je grootste doel van zo’n concert bijkletsen is? Ga dan gewoon naar de plaatselijke kroeg en bestel wat bittergarnituur, ben je veel goedkoper uit.
Tekst gaat verder onder de foto.
Twintigers
Het geklets aan de zijkanten zorgt voor wat minder magie dan in 2009 en 2012 toen Springsteen Landgraaf ook aandeed. Toen was de hele festivalweide drie uur lang één met Bruce, nu komt die totale saamhorigheid pas in het laatste gedeelte als Springsteen zijn meezingers op het programma heeft staan. Met Badlands, Born to run, Dancing in the dark en met name Glory days wordt Megaland dan toch een grote dansende meute. Opvallend genoeg zijn het met name de twintigers die de teksten woord voor woord mee weten te brullen. Of het nu komt door hun ouders, of door de populariteit van Top 2000 het aantal jonge Springsteen-fans neemt alleen maar toe.
Het geeft aan dat de charme en de power van Springsteen ook een nieuwe generatie moeiteloos bereikt. Al bekruipt bij de afsluiter het gevoel dat deze derde keer voor Landgraaf ook weleens de laatste zou kunnen zijn. Wanneer Springsteen alleen op zijn gitaar en met gedoofde lichten I'll see you in my dreams zingt over het verlangen om overleden vrienden ooit weer terug te zien (‘For death is not the end’), dan klinkt dit toch een beetje als een afscheidssaluut. Het zou doodzonde zijn als de nieuwe generatie Springsteen-fans het voor zijn evangelie zouden moeten doen met louter Spotify. Hoe handig ook, die digitale muziekmachine kan nooit tippen aan de magie van het live luisteren naar het gesproken woord van deze geniale artiest.