Onder de maanverlichte nacht, laten we moshen,
Waar muziek ons draagt in een razende oceaan van lawaai en geschreeuw.
Graspop, een festijn van metaal en glorie,
Waar de tijd ons laat wachten op zijn verhaal, een mysterieuze allegorie.
In Dessel's velden, waar de gitaren brullen,
Wachten we geduldig, onder de sterren die schitteren en trillen.
Het tijdschema verstopt, een puzzel die nog moet worden ontrafeld,
Als een geheim dat in de schaduw van de nacht is opgestapeld.
Maar in afwachting van de klok die zijn slag telt,
Moshen we door, in een eeuwige dans van metaal en geweld.
Want op Graspop, in de hitte van de strijd,
Worden we één met de muziek, in deze metalen heiligheid.