Na er al twee uitstekende dagen op te hebben zitten, komt de organisatie aanzetten met het echt zware geschut. Dus was ik alweer vroeg uit de veren en liep mee met de kopploeg om een ontbijtje te kunnen scoren op het terrein voordat de eerste acts zouden beginnen. Net als The Beths de dag ervoor bleek Lewsberg ook een uitstekende band om het slaap bij uit je ogen te kunnen wrijven. Voor Juke Ross heb ik een mooi plekje in de schaduw opgezocht. Ik heb er best van kunnen genieten voor een paar nummertjes, maar het is toch meer iets voor op de verjaardag van je oma. Big Thief zou de eerste band worden van de zondag die hoge ogen zou gooien naar mijn verwachting en dat hebben ze ruimschoots gedaan. De nieuwe plaat had ik bewust nog niet geluisterd om extra verrast te kunnen worden. Het was prachtig. Alleen dat nummer met dat banjoachtige getokkel haalde me even uit mijn trip, maar het was nog steeds heel erg goed. Daarna werd het kiezen tussen Indian Askin en Whispering Sons, twee bands die veel opzichten op elkaar lijken, Indian Askin is vooral bekend in Nederland en niet echt daarbuiten, Whispering Sons idem dito, maar dan in België. Ook hun muziek heeft wel wat van elkaar weg. Maar goed, Indian Askin heb ik al vaak genoeg gezien, dus ben ik naar Whispering Sons gegaan. Geen spijt van, zette een dijk van een show neer. Stephen Malkmus & the Jicks zette deze lijn uitstekend voort. Wat natuurlijk hielp was dat ik al in een heerlijke flow zat van bands hiervoor. Hun muziek heb ik wel eens eerder beluisterd, maar het is niet zo dat ik ook maar iets herkende. Toch heb ik hier goed op los kunnen gaan. En wat een gitaarvirtuoos is Stephen Malkmus toch. Bij gebrek aan beter Liz Phair maar een kans gegeven, maar dat was echt niet vol te houden. Ik ontdekte een feestje bij de sauna en heb daar even staan dansen op The Vengaboys, Ace of Base, Auqa en noem ze allemaal maar op. Was stiekem erg leuk. Aangekomen bij FIVE was The Visual al een tijdje bezig. Vond ik niet heel erg. Deden het leuk, maar niet gezien is niet gemist. Kurt Vile & The Violators heeft met Smoke Ring for my Halo en Waking on a Pretty Daze twee uitstekende albums uitgebracht. B'lieve me i'm going down mag er ook nog wel zijn, maar met Bottle It In wordt het allemaal een heel stuk minder. Misschien ligt het aan mij en ben ik gewoon verzadigd van Kurt Vile, maar ik voelde de bui al een klein beetje hangen. Maar omdat de setting wel echt perfect was, won Kurt Vile het in eerste instantie toch van Kate Tempest. Was lekker, maar niet bijzonder genoeg. Ik dacht dat Kate Tempest het wel kon overtreffen en dat heeft ze ook zeker gedaan. Beste show van het weekend. Magie hing in de lucht, het was muisstil in de tent en haar teksten raakten iedereen recht in de ziel. Heel uniek. Mijn plan was eigenlijk om eerder weg te gaan voor een goede spot bij The Raconteurs, maar dat was dus niet gelukt. Toch nog een mooi plekje kunnen vinden linksachterin. Het werd een goede rockshow en Jack White is natuurlijk een levende legende, maar legendarisch werd de show zelf niet. Op Broken Boy Soldier na, waar zo overigens een zeer solide uitvoering van speelde, heb ik wat minder met het eerste album waar nog drie nummers van gespeeld werden met als dieptepunt een extra lang uitgerekte Steady As She Goes. Ook die andere kerel die nog twee of drie nummers kwam zingen, misschien ook wel van het eerste album, had van mij niet gehoeven. Op Carly Rea Jepsen was vooraf een hoop commentaar, maar ik kon er we mee leven en zag het vooral als een mooi rustpunt in het weer overvolle programma. Of er nou een Kaleo, een George Ezra of een Carly Rea Jepsen staat, wat maakt mij het allemaal uit. Zo slecht vond ik het nog niet eens. Bij de volgende act komt het Julien Baker-euvel weer om de hoek kijken. Deze keer duidelijker dan ooit, want als er een band is waarbij alle nummers op elkaar lijken, dan is dat wel bij Interpol. Stuk voor stuk zijn het sterke nummers, maar inmiddels, nu ze voor de zesde keer dezelfde plaat hebben uitgebracht, is het wel duidelijk dat ze maar een trucje kunnen en die tot aan het eind der tijden zullen blijven herhalen. Beetje saai was eigenlijk wel en misschien dat ik toch naar Lizzo had moeten gaan. Christine & The Queens is de tweede act van het weekend die kon rekenen op een hoop commentaar. Achteraf lijkt het me duidelijk dat ze deze show graag op de planken hadden staan, maar gezien de productie die ze bij zich had een headlinespot de enige mogelijkheid was. De echte headliners waren natuurlijk The Raconteurs en Interpol, die ook allebei graag in het donker wilden spelen en dus een plek in de TWO toebedeeld kregen. Christine & The Queens was een van begin tot eind volledig gestripte show, maar buiten de praatjes tussendoor om kon ik daar prima mee leven. De dansers vond ik zeker wel wat toevoegen. Haar nummers variëren van erg goed tot best wel slecht, maar het merendeel scoort een nipte voldoende. Hoogtepunten waren de eerste twee nummers, het dieptepunt de cover van Heroes. Bowie moet zich hebben omgedraaid in zijn graf.